Gewoon een zondag maar één met zon
de deuren open naar de tuin, de handen losjes naast elkaar
en verder zwijgen maar
Gewoon een zondag maar één die schijnt
muziek op de achtergrond in ritme met vandaag
jij vraagt of ik rosé wil: ‘graag’
Gewoon een zondag maar om te onthouden
de buren op pad alleen wat ruisen van de wind
en heel, heel erg in de verte het lachen van een kind.
Gewoon een zondag maar één om te omarmen
de bloemen in bloei, ik geef nog maar wat water
en geen last van een toch verwachte kater.
Gewoon een zondag maar één die er mag zijn
ik ga nog even liggen, neem straks een heerlijk bad
en dan hebben we de helft van de zondag pas gehad.