Ik word te laat wakker, moet mijn koffer nog pakken, toiletartikelen en schrijfgerei. De wijn bonkt na in mijn sompige hoofd. In plaats van het bad besluit ik te gaan douchen. Dan ben ik echt laat. Ik loop de badkamer in en hoor het vriendelijk tikken van waterdruppels op de vloer. Dat geluid ken ik, dat hoort niet. Voor de zoveelste keer is het kraantje bij de wastafel niet goed dichtgedraaid. De kraan staat net te ver van de wastafel af, zodat een druppel balanceert op de rand van de wasbak en dan nog kan kiezen: val ik er in of val ik er buiten.
Met z’n alleen besluiten ze er naast te vallen. Als het blad volgelopen is kiezen de druppels in alle vrijheid het ruime sop: de badkamervloer. Ik loop door het water heen om de kraan stevig dicht te draaien. Eén ding is zeker: ik heb het niet gedaan deze keer. Mopperend en met meer kabaal dan nodig loop ik de slaapkamer in waar Vriendin vredig knorrend ligt te slapen.
‘Je hebt de kraan niet goed dichtgedaan, nu is alles weer ondergelopen en ik ben al laat en ik heb hoofdpijn en ik heb geen zin in dweilen en ik ben zielig’.
‘Oh’, zegt Vriendin meelevend, ‘wat vervelend’.
Ik loop weer terug en ga met handdoeken aan de gang op al het water op te dweilen. Zeker dertig keer moet ik handdoeken uitwringen en opnieuw vol laten zuigen. Al die tijd denk ik: waar is Vriendin? Waar is zij die vraagt of ze kan helpen, of het wel lukt? Waar is zij die mij even vastpakt en bemoedigend toespreekt.
Later, als ik heerlijk schoon gespoeld bent, aangekleed en al loop ik weer de slaapkamer in. Vriendin ligt wakker en kijkt mij troostend aan.
‘Jij bent ook een lekker ding’, zeg ik, ‘je blijft gewoon liggen’.
Vriendin knikt. Dat had ze ook al bedacht. Dat dat eigenlijk niet kon.
‘Ik weet het maar ik dacht, ik loop je toch maar in de weg’.
Dat is waar, beaam ik, maar het gaat om het gebaar.
‘Maar’, zegt Vriendin, ‘in gedachten was ik bij je’.
Ik geloof haar. Hoe anders was het geweest als ik toch dat lichte snurkje had gehoord. Ik besluit de emmer water niet te gebruiken voor wat ik in gedachten had en leeg hem netjes in de wastafel. Keurig er in.