Sneu, iets anders kan ik er niet van maken. Een zielige vertoning, zoals ik gisteren mijn pauzehalfuur doorbracht. Bij V&D. Vlakbij en prijzencircus, ga daar maar eens aan voorbij. Ik had gisteren zo’n bui met een enorme behoefte aan vervulling. Of was het opvulling, invulling? Koopdrang, laat ik het zo maar noemen. Iets wat de hele wereld ineens zou opvrolijken en vooral mijn eigen wereld dan.
Zie ik toch midden in het prijzencircus op de vierde etage van die handige lunchtrommeltjes voor salade. Met bestek, met koelelement, met bakje voor sausje. Iets waar ik al even naar op zoek was. En helemaal niet duur. Sta ik met twee bakjes in mijn handen, want Vriendin mag ook wel iets, sta ik toch te treuzelen.
Hebben we het nodig, gaan we het gebruiken, wie maakt die salade? Vriendin niet. Ik zet ze weer terug.
Zie ik die handige dunschiller, ter vervanging van die ene die ik met schil en al weggegooid heb. En helemaal niet duur. Pak ik hem, aarzel ik wat, heb ik het nodig, wie gaat er dan dunschillen? Teruggehangen.
Zie ik leuke koffiemokken, niet te groot, in mijn lievelingskleur beige en… helemaal niet duur.
Vier gepakt, sta ik te denken. Hebben we ze nodig? Ja, als de afwasmachine vol zit maar is dat echt nodig hebben?
Ik zet ze weer terug.
Besluiteloos drentel ik heen en weer en pak nog eenmaal die handige lunchtrommel beet. Zucht en zet het weer terug. Mijn pauze is voorbij. Een zielige vertoning voor iedereen die mij eventueel gade geslagen kan hebben.