We gaan onze tante bezoeken die tijdelijk is opgenomen in een verzorgingshuis. Tijdelijk, dat is wat we hopen. Als we haar kamer binnenlopen ligt ze diep in slaap, omringd door zuurstofflessen. Een akelig gezicht. We sluipen de kamer weer uit. Haar wakker maken is ook zo iets.
Door het zien van deze beelden zie ik ook mijn eigen vader weer aan de zuurstof liggen. Happend naar adem. De sticker op de deur: verboden te roken. Dezelfde sticker hangt ook aan de deur van de kamer waar mijn tante ligt.
Door het zien van de beelden zie ik ook mijn eigen moeder weer liggen in het verpleeghuis. Tijdelijk. Wat was ze vrolijk toen.
Een zuster heeft mijn tante gewekt om het zuurstofgehalte te meten en raadt haar aan niet te praten maar alleen maar te knikken met het hoofd. Maar dan ken je mijn tante niet. Ze fluistert haar hele verhaal. Hoe goed het ging. Hoe akelig het werd. Hoe rot ze het vindt ons niet optimaal te kunnen ontvangen, hoe blij ze is met de bloemen, hoe graag ze nog verder wil, hoe ze daar alles aan gaat doen.
Op het kastje staan foto’s van haar twee overleden dochters en haar overleden man. Een triest rijkdom. In niets doet zij mij dan denken aan mijn moeder. Ze maakt zelfs nog een grapje als ik, met oude bloemen om weg te gooien, de kamer uitloop. “Niet pikken heh’, zegt ze en lacht zoals alleen zij kan lachen.
Mijn tante. Ik hoop dat ze er nog bij blijft. Voor haarzelf maar ook voor ons. Optimisme kunnen we allemaal gebruiken maar er zijn er maar weinig die het kunnen geven.
1 reactie
Je hebt er mooie woorden aan gegeven, de vrouw komt tot leven voor mijn ogen, hoop dat ze herstelt dan kan je het haar laten lezen. Of lees het voor, ja!