Als tekstleverancier voor Vrouw & Co ben ik de laatste weken druk. We hebben veel optredens, allemaal weer anders, korter, langer, dus werk aan de winkel. De optredens zijn leuk en het publiek is enthousiast. Morgen treden we op in een bibliotheek in Loosduinen, het is gratis, iedereen mag en kan komen.
Een optreden biedt al wat zekerheid als publiek voor jou komt. Dat zit dan wel goed, zeg maar. Maar morgen moeten we maar zien wat er op ons afkomt. Zij komen niet allemaal voor ons, ze komen voor ‘gratis’ en ‘drankje’ en ‘hapje’. En hé, daar is nog een koor ook. Dat kan morgen dus vele kanten op gaan.
Ik herinner me een optreden van zeker wel zo’n acht jaar geleden. Ergens, op een of andere bijeenkomst, zouden wij de boel opleuken. De boel opleuken werd ook gedaan door fanatieke linedancers met cowboyhoeden op en gierende dames van plezier. Daar stonden wij dan, totaal misplaatst, in het verkeerde licht, met een publiek dat helemaal niet van plan was om te luisteren maar probeerde, in onze prachtige vier-stemmige, a-capella gezongen liederen nog enige country stijl te herkennen. We zongen toen ook nog Afrikaanse strijdliederen en daar is weinig ‘cowboy’ aan. Maar hoppa, daar gingen ze weer. Was dat lachen zeg. Wij dropen af.
Morgen zal dat toch anders zijn.
Toch?