We gaan een uurtje naar het strand. The most beautiful beach is ‘under construction’ zegt de oude man. We kijken met spijt naar het mooi aangelegde grasveld waar bedjes en parasols staan. Hij wijst ons een strandje even verderop.
Daar zitten enkele mensen in hun meegebrachte strandstoeltjes.
Wij leggen onze handdoeken neer op het zand en vallen kreunend en steunend neer. Een half uur later wagen twee van ons zich in de zee. Ze wenken ons enthousiast: ‘kom, het is heerlijk’.
Tweelingzus en ik komen zuchtend overeind. Ervan overtuigd dat we gaan kijken maar heus niet koppie onder gaan. Het zeewater is koud en we schuifelen als twee Hollandse mutsjes de zee in. Steeds verder. H en T springen als jonge goden over de golven. Een flinke golf die ik niet aan zag komen, zij wel, beukt me omver. Ik die altijd droge haren wil houden, kom als een verzopen kat omhoog. A is solidair en kiest vrijwillig het sop. En dan is het alleen maar heerlijk.
De hele dag houden we dat heimelijke gelukzalige gevoel. Van even onbezorgd zijn. Samen.