Vrouw in de tram

Ik heb eerder over haar geschreven, omdat ze mij intrigeert. Het liefst zou ik tegenover haar zitten en haar observeren. Een uur lang kijken wat ze doet en horen wat ze denkt. Dan zou ik met haar meelopen om te kijken waar ze naar toe gaat met dat strenge attachékoffertje.
Ze is niet elke dag in de tram maar vaak genoeg om te herkennen. Ze is tenger, gespierd, haar kuiten lijken die van een afgetrainde atlete. Winter of zomer, ze draagt het zelfde. Altijd een rok, hakjes en een jasje. Zo’n rok waarvan je denkt, waarom nou? Ze is rond de 45 jaar denk ik en haar gezicht heeft de trekken van een chimpansee. Ze staat iets wijdbeens, houdt zich nergens aan vast, Het zwarte attachékoffertje staat tussen haar benen op de grond, als een baken van zekerheid. Welke bocht of hobbel de tram ook neemt, ze grijpt niet vast. Aan niets is te zien dat ze houvast zoekt of aarzelend haar evenwicht verliest. Standvastig staat ze te staan. No matter what.

Ik stel me voor dat ze elke ochtend zichzelf een opdracht geeft. Elke dag een nieuwe erbij maar die ene blijft. Zo heeft ze ooit afgesproken dat ze zich nooit of te nimmer zal vasthouden in de tram. Ze heeft benen gekregen van onze lieve heer en die zal ze gebruiken ook. Sterker nog, op straffe van iets vreselijks is het ook echt beter om niet die smerige grijpstangen vast te pakken. Vanmorgen is het haar weer gelukt. Ze lacht niet, haar ogen zeggen niets of toch? Lacht ze mij nu uit?

Laat een reactie achter

Deel dit met jouw vrienden