Aan voornemens voor het nieuwe jaar doe ik nooit. Maar dat betekent niet dat je je niet iets voor kan nemen voor de korte termijn. Zoals: opruimen. Wij wonen eigenlijk te ruim voor twee mensjes en een pup. Zo ruim dat we rustig de was en strijk op één etage kunnen laten en dan ligt het nog niemand in de weg. Eigenlijk hebben we daarom geen kledingkasten meer nodig ware het niet dat we ons altijd voornemen om het gewoon eens op te ruimen. Tada: dat voornemen is gelukt. We hebben zo’n dertig broeken, vijftig t-shirts, zeven blouses, honderd sokken en net zoveel aan ondergoed, een etage lager gebracht. In kasten op planken en hangertjes die er zowaar voor gemaakt zijn.
Dat we daartoe gedwongen waren omdat we de tafel nodig hadden is een ander verhaal. We nemen ons voor om het vol te houden.
Vandaag gaan we moedig verder, we hebben zelfs een stappenplan opgesteld want het is handiger om eerst dit te doen voordat we dat kunnen doen.
Onze lades puilen uit aan goedbedoelde rotzooi. Pennen… pennen en nog eens pennen. Plakband, hé, nog een plakband. En ik dacht dat we maar drie scharen hadden vandaar dat ik af en toe wat bijkoop want als je ze nodig hebt, je raadt het al.
Enveloppen en kaarten, nog een doos kaarten voor het geval dat en niet te vergeten de stapel aan opladers en snoertjes waarvan we echt niet meer weten of die nog ergens bij horen maar waarvan we nu niet weten wat dan. Post. Nog zoiets. Voorlopig even daar neerleggen dan ruimen we dat later wel op.
Gereedschap dat we eigenlijk in huis hebben voor de buitenwereld want ja, we zijn wel twee vrouwen maar we hebben heus wel een klopboor en hamertjes in huis. Dat we niet weten wat we waarvoor moeten gebruiken, doet er niet toe. We hebben het.
Had ik al verteld over schoonmaak- en poets- en kalk- en glimmerdeglimmermiddeltjes? Hebben we ook. Heul veul.
O ja, dan hebben we ook nog een schuur. Dat is zo’n beetje de laatste plaats waar spullen naar toe verhuizen als we het echt niet meer weten of voor het geval dat we het grofvuil moeten bellen. Je ziet nog net onze twee fietsen er tussen staan. Ook daar liggen snoeren die het niet meer doen, tijdschakelaars onder het stof en tussen alle spinnenwebben door bezems, fietspompen, regenpakken en dozen waar ooit iets in heeft gezeten.
Punt is, we hebben maar 1 week vrij. Dat wordt de uitdaging.