Wat een geluid produceren ze. Vogels van alle pluimage. Kwetterend en kwakend, schreeuwend en smekend, verleidelijk en afstotend.
Precies waar het voor bedoeld is.
Elke morgen als ik op de tram wacht, bekijk ik ze. Speur in de lucht, volg het geluid om de eigenaar te ontdekken. Een eend op de schoorsteen. Ik ben zo gewend aan eenden op de grond, waggelend in het weiland, zwemmend in de sloot dat ik mijn ogen niet geloof. Alsof ik een varken op een schoorsteen zie staan. Shame on me! Natuurbarbaar.
Als ik na het werk met het hondje door het park loop hoor ik weer hetzelfde geluid, alleen nu niet van vogels. Op de ingerichte speelplaats staan groepjes jongeren bij elkaar. In de lente laten ze hun jasje voor het eerst open, zie je zelfs al een stoere korte broek met daaronder benen die de waarheid kunnen verdragen. Dragen ze al witte sneakers en zien de meisjes voor het eerst weer wat voor vlees ze in de kuip hebben. Ze kwetteren en kwaken, schreeuwend en smeken, verleidelijk en afstotend.
Het lentespel is overal.