Als we wonnen
juichte mijn vader in stilte.
Wij wisten bijna zeker dat er ijs kwam
of zoiets.
De spanning deed ons giechelen.
Als we wonnen, zong de hele straat
op meegenomen jenever
de kleine glaasjes tot aan de rand
gevuld.
De geur alleen al deed ons dansen.
Als we wonnen brak mijn vader
de dikke muren af
vertelde hij van vroeger, stoere
verhalen
die wij trots geloofden.
Als we weer winnen zal ik me herinneren
hoe het was.
Hoe hij de laatste keer zijn hoofd schudde.
Geen voetbal wilde zien.
Die stilte.
2 reacties
Wat een gemis.
An, ik heb een brok in mijn keel ….