Ik zocht naar een foto van een smerige vlieg. Zo’n kleine etterbak die in mijn huis rondvliegt alsof hij de heer des huizes is. Maar ik krijg alleen prachtige foto’s van vliegen te zien en die eer gun ik ze niet. Dit is geen liefdesverklaring. Integendeel. Vlieg op.
Ik sla geen insecten dood. Niet uit nobele gedachtes of zo, ik durf gewoon niet. Mijn grootste angst is dat al het vliegend verkeer dat leeft, samen zal spannen en zich gaat beraden op een aanslag op mijn leven. Mij nooit meer met rust laat.
Fruitvliegjes
Zijn ook erg. Van die kleine griezeltjes die mij overal jeuk bezorgen. Sinds een jaar of wat staat er in de zomer nu een vliegjesvanger klaar voor ze. Maar ik heb ze nog niet gezien. Maar deze week duiken er ineens van die kleine, zwarte vliegjes op die zich nauwelijks laten zien en op alle gebied de strijd van mij winnen. Een kriebel in mijn nek, een gezoem in mijn oor. Ik sla, ik mep, maar niets. Een pijnlijke nek.
Ik google op oplossingen en vind er een paar. Bakjes met azijn staan in de kamer maar ze hebben er maling aan. De slotsom dat uiteindelijk vliegen alleen maar afkomen op eten en ik dus zelf verantwoordelijk ben voor hun aanwezigheid, stemt mij ook al niet blij. Mijn keuken is schoon, al het eten is verpakt. Oh, er kan ook een dode muis liggen waar ze op af komen…
Genoeg
Gisteravond was het ineens genoeg. Als een vliegenvanger die zijn weerga niet kent ben ik door het huis gaan rennen. Met handdoeken sla ik links en rechts om me heen, spring hoger dan ik dacht te kunnen en af en deel af en toe een goede klap uit. Ik sla zo hard dat Ami elke keer verschrikt opkijkt naar haar gekke baasje om uiteindelijk alleen nog maar haar ogen open te doen en mij, vanuit haar mand, ietwat meewarig aankijkt. Zelfs Vriendin zwijgt zoals iemand dat kan doen die weet wanneer het beter is te zwijgen.
Huilen
Vanmorgen zit ik in de kamer. Een kriebel in mijn nek. Een onzichtbare vlieg. En ik voel de tranen branden. Om andere dingen dan vliegen. Om de lekkage in de kamer na een heftige regenbui van twee dagen lang. Om de houten vloer die kromgetrokken is. Om de verzekering die eerst een offerte wil.
Om de val van Vriendin van een trapje, maar die stoer weer opstaat. Die dan thuis haar blauwe plekken laat zien en mij weer doet beseffen dat zij 1) een pechvogel is of domweg onhandig en 2) geluk heeft gehad.
Om Vriendin die zo hard haar hoofd stoot dat het huis na trilt en mij weer doet beseffen…
Om een bekeuring van 148 euro omdat wij geconfronteerd worden met een straat waar je ineens niet meer in mag rijden. Om de agent die geen geintje sympathie toont.
Om een hond die mij aankijkt en iets wil maar wat? Om een site die ik maar niet de lucht in krijg.
Om een huis dat gekocht moet worden maar waar nog van alles mee moet.
Om het meisje achter de balie waar ik mijn rijbewijs moet vernieuwen en mij alleen maar aankijkt met een blik van ontzettende verveling als ik mijn eigen telefoonnummer even niet kan reproduceren.
Daarom. En ik weet donders goed dat het vaker meezit dan tegen. Dat ik niet moet zeiken. Dus dat doe ik ook niet.
Daarom vang ik vliegen.