Een keer in de zoveel tijd gebeurt het me. Dan noem ik de naam van mijn ex als ik eigenlijk de naam van mijn huidige, grote liefde wil noemen.
Er valt een ongemakkelijke stilte waar ik me, stoïcijns doorheen ‘lul’. Mijn vriendin was even niet aanwezig op dat moment en het lijkt alsof ik in het openbaar ben vreemd gegaan. Ik voel blikken die iets uitdrukken van ‘hoe kan je’ en ‘pijnlijk’. Dat laatste erken ik. Pijnlijk, ja.
Waarom eigenlijk? Ik bedoelde niet mijn ex. In mijn hoofd zit het plaatje van Vriendin, luid en duidelijk. Haar blik, haar mond, haar alles.
Alleen de naam. De naam van wat geweest is staat nog altijd op mijn harde schijf. Soms denk ik dat het allemaal gewist is maar op dit soort momenten besef ik dat er zoiets is als ‘onverwijderbaar en onuitwisbaar’. Het is wachten op een hapering eerst, waarna het volledig zal verdwijnen.
Heel lang bleef ik de naam van de ex van een goede vriend noemen, waar zijn nieuwe liefde bij zat. Zij vond dat niet leuk. Ik ook niet.
Vroeger in het gezin waarin ik ben opgegroeid hadden wij een hond. Loekie. Loekie is al heel lang dood maar soms als ik heel erg schrik en in paniek onze hond wil roepen, dan hoor ik mezelf ‘Loekie’ roepen.
Woorden staan blijkbaar gebeiteld in de ondergrond die tevens mijn bodem is.
Slijtage is een oplossing maar daarmee slijt een hele laag die ook bij mij hoort.
Een andere naam noemen wil eigenlijk niets anders zeggen dan een andere naam noemen.
4 reacties
(de jongste van 4 dus…)
Zo noemen mijn ouders mij (de jongste van 3) altijd: “A, B, C, Sille”, waarbij A en B voor mijn 3 oudere zussen staan. Vroeger heb ik een tijdje gedacht dat het zo was dat de eerstgeborene één naam kreeg, degene die als tweede kwam diezelfde naam kreeg + een naam extra, degene die als derde kwam de namen van de eerste 2 kreeg + weer een naam extra. 😉
Ik krijg haar niet zo gek! Daarom moet je iedereen ‘schatje’ noemen.
het is mij ook een paar keer overkomen en wel in het bijzijn van m`n lief. Hij bood na de derde keer aan om misschien z`n naam te veranderen.