Veertig jaar getrouwd

schilderij-rode-roos-met-dauw-druppels

hansenmarijkeIk schreef het gisteren al. Mijn zus en zwager zijn veertig jaar getrouwd. Omdat we de laatste tijd best wel verdrietige dingen hebben meegemaakt, dacht ik: het wordt tijd om het mooie te benoemen. Ik schreef een blog speciaal voor hen en iedereen mag het lezen en horen.

 

Want wat denk je als je hoort: veertig jaar getrouwd. Dan denk je aan oud, bestendig, grijs en tevreden. Je denkt niet aan dit stel.
Niet aan Pinkpop en voor jezelf beginnen.

Veertig jaar. De laatste herinnering die ik heb aan een veertig jarig huwelijksfeest was dat van mijn ouders, onze ouders. Zij waren toen inderdaad veertig jaar getrouwd. Dat zag je en dat voelde je. Gelukkig voelde je ook de liefde. Bij Zus en Zwager is dat wat ik altijd voel: hoe veel zij van elkaar van elkaar houden en dat is bijzonder.
Veertig jaar: dat zijn ook veertig jaar uit mijn leven. Tweelingzus en ik vergeten nooit hoe Zwager destijds ons ouderlijk huis binnen schreed, dat deed hij, hij liep niet gewoon. Als een King of the House schreed hij binnen, zei ‘Goedenavond’ en wapperde zijn lange jas rond de prille schouders. Zijn lange haren wapperden mee, keurige, lange haren, dat dan weer wel. Wij waren onder de indruk. Natuurlijk hadden we eerdere vriendjes van Grote Zus mogen bewonderen maar dit was een echte ‘hunk’. De tweede keer dat hij binnenkwam verstopten Tweelingzus en ik ons achter de bank omdat we krulspelden in hadden. Bij ons waren net de kleine meisjesschillen van de ogen aan het vallen en we schaamden ons, HIJ mocht ons niet zo zien.
Mijn vader vond Zwager een apart typje. Aardig, beetje vreemd maar die geur van Brut die rond de telefoon hing, die geur vond hij niet lekker, die bleef dagen in huis hangen. De geur van Zwager. Later werd dat de geur van permanentvloeistof want mijn moeder deed Zwagers haren in de krul. Geen probleem. En Grote Zus? Grote Zus was verliefd.

Gek, als je nadenkt over veertig jaar moeten er toch grote dingen verteld kunnen worden. Maar als ik aan hen denk dan denk ik juist aan de gewone dingen, aan hartelijkheid, gezelligheid, warmte. Aan ‘gewoon’ jezelf zijn. Grote Zus was en is nog steeds mijn rots in de branding. Bij alles. Zij is niet alleen mijn oudste zus en daarom die rots, zij is gewoon altijd lief. Zij waren de eersten waar ik mijn zielenroerselen mee deelde en als het weer heftig roert in mijn ziel, zal ik dat weer doen.

Ik zei net, Grote Zus is gewoon lief maar gelukkig is ze meer dan dat. Hou ouder hoe gekker hoe groter hoe mooier. Ik denk nu niet meer aan lief maar ik denk aan sterk. Een moeder, een oma, maar bovenal een sterke vrouw. Ze valt steeds meer op haar plek, haar eigen plek en een plek die zij verdient. Het schuchtere, timide meisje is niet meer maar het lieve meisje gelukkig nog wel.
Zij mijn zus, hij mijn zwagerbroer. Een ellendige broer soms met z’n eigenwijzigheid en altijd alles weten. Het vervelende van Zwager is dat hij het ook altijd weet of het zo weet te verkopen. Hij is de allesweter en dat was altijd al zo. Hij haalt je kennis overal vandaan en verkondigt het ook met een zekerheid die anderen doet zwijgen.

Zoals hij vroeger met z’n haardos de blits kon maken, zijn houding, zijn attitude, zo is nu helaas de haardos weggevallen. Veertig jaar doet toch wel iets! Maar onder die weelderig haarbos zat een kleine jongen verstopt, die behoefte had aan een huis met warmte en gezelligheid. Dat vond hij bij onze ouders, dat vond hij zeker bij Grote Zus. En samen vormen zij dat warme huis voor elkaar en voor anderen.

Blijf altijd van elkaar houden, nog jaren en jaren. Daar maak je vooral mij heel gelukkig mee.

Laat een reactie achter

Deel dit met jouw vrienden