Je hebt van die dagen die het niet gaan worden. Direct, bij het wakker worden, denk je ‘oef’. Dit wordt dus zo’n dag en het is helemaal mijn eigen schuld. Gisteren zijn er teveel dingen gebeurd die me beroeren en ondanks mijn grote mond en mijn zen-gedachte aan ‘loslaten’ laat het me helemaal niet los. Het lukt me prima om er niet meer aan te denken, om te zingen, om te doen of er niets aan het handje is, maar mijn lijf weet beter. Het zijn geen dramatische dingen hoor, het kunnen juist ook hele opwindende zaken zijn, plannen die lukken, iets halen, dat ineens je wereld op de kop kan zetten. Dus ik heb vanmorgen mijn wekker uit gezet en ergens neergelegd. De wekker van Vriendin werkt wel maar als die gaat, is het eigenlijk gewoon te laat. Voor mij.
Dus mijn hele ochtendritueel is naar de maan. Geen koffie, geen tijd, geen aai voor Hond, geen kus voor Vriendin. Een een hoofd dat maalt en dat zegt: laat los, laat los, laat los. Als een hele slechte mantra die maar niet lekker wil bekken.