Je moet denk is, al enigszins op leeftijd zijn om deze term te kennen. ‘Vakantiebezigheid’. Een activiteit die wij als kinderen deden of was het ‘moesten doen’? De herinnering is vaag. Gingen we met bussen? Werden we weggebracht? Ik weet het niet meer. Wel herinner ik me geuren. Ik kom hierop omdat ik een dezer dagen een geur rook die mij terugbracht in die tijd en me dan altijd weer verbaas over hoe herinneringen door geuren opgeroepen kunnen worden.
Vakantiebezigheid was een activiteit die georganiseerd werd in Haagse wijken. Als steun aan de moeders misschien die anders zes weken lang met hun verveelde kinderen werden opgezadeld. Een week lang werden we ergens, niet zo ver weg, bezig gehouden met spel en sport. Ik ruik nog de geur van de grote tent waar we binnen werden geloodst als het regende. Het regende vaak. De geur van zoet belegde boterhammen die te lang in plastic zakjes hadden gezeten. Die geuren vind ik niet prettig wat me vaag doet vermoeden dat ik de vakantiebezigheid niet prettig vond. Het voelde altijd een beetje als ‘weggedaan worden’. Voor even dan hoor, want langer dan een week gingen we nooit. Mijn grotere zus vond het wel leuk denk ik. Zij was al toe aan jongens en jongens waren er genoeg.
Maar hoe die roken, dat ben ik vergeten.