Met dit soort plaatjes werden we in je jaren zestig verleid. Een mooie, sexy dame, een stralende lach, een sigaret. Ik herinner me de bioscoopreclames waarin stoere mannen op paarden na een daad van importantie, hun pakje Marlboro te voorschijn toverden. Het inhaleren en uitblazen van de rook gaf ongeveer het beeld van klaarkomen. Gewoon openbaar.
Na mijn eerste trekje van een sigaret in de speeltuin had ik het niet meer van ellende. Maar de volhouder wint. Inmiddels heb ik al jaren de sigaret ingeruild voor mijn e-smoker.
Slecht
De dame van het plaatje is inmiddels vervangen door mindere aantrekkelijke dames. Rimpels, zwart, ziek bijna dood en zielig. De roker bestaat alleen nog maar op papier lijkt het. Ruim drie miljoen Nederlanders roken nog. Het merendeel van de volwassenen die roken, begonnen er ooit mee om er bij te horen om nu te concluderen dat ze er niet meer bij mogen horen.
Paul Blokhuis
Paul Blokhuis, de sympathieke staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, heeft de oorlog verklaard aan roken. Ik geloof hem. Ik geloof zijn zorg. Maar ik haat het woordje ‘oorlog’. In een oorlog heb je een vijand. En dat is in zijn ogen de sigaret. Voor het gemak worden rokers steeds meer neergezet als het soort mens waarmee je niet gezien zou willen worden. Maar rokers zijn gecreëerd door ooit ook politici en grote tabaksproducenten. Miljarden zijn verdiend en geïnd door manipulatie en grof geweld van indoctrinatie.
Nooit meer roken
Ik moet er ook niet aan denken dat de kinderen in mijn familie ooit zouden gaan roken. Want roken is slecht. De meeste mensen gaan er dood aan. En als ik mensen hoestend en proestend een trek zie nemen van het witte stokje, zou ik het met liefde willen vervangen door iets wat ze op dat moment wel nodig hebben. Maar nooit meer roken is een utopie. Misschien zullen we ooit niet meer roken zoals we dat nu doen en deden, maar ‘roken’ zal blijven. De mist waarin mensen willen verdwijnen, de utopie van geluk door een stofje wat we zelf kunnen toevoegen aan ons lamlendig leven soms, zal blijven. De mens is steeds op zoek naar iets buiten hem zelf om, om te ontkomen aan de sleur van alledag, aan de terreur van eisen die gesteld worden en aan de luxe waarin wij hier in het Westen ten onder gaan. De een blowt of neemt een pilletje, de ander rookt of drinkt, en weer anderen springen op rijdende treinen of doen spannende dingen die direct tot de dood kunnen leiden.
Stoppen
Rokers zijn net mensen. En stoppen met roken is iets anders dan stoppen met rokers. Ze zijn er nu eenmaal en zullen er nog even zijn. Maar weet je wat Paul Blokhuis: ze gaan er vanzelf dood aan dus over een tijd zijn ze er niet meer. Tot die tijd zou ik iets wat we zelf heel oké vonden met iets meer coulance benaderen. Laat er plekken zijn waar gerookt kan en mag worden. Café’s en terrassen voor iedere smaak. Leven is nog steeds een keuze. Je kunt mensen niet eerst verslaafd maken en ze dan als paria’s behandelen. Of ze uitroken, zoals nu gebeurt.
1 reactie
Het lijkt net,alsof een paar items worden uitgezocht op het gebied van gezondheid of milieu. Rokers zwartmaken,dieseltje pesten. Pak ook andere ongezonde dingen aan,ook als er een machtige industrie achter staat.