Een boek van klinisch wetenschapper Ad Vingerhoets. Ik heb een interessant gesprek gehoord bij Kunsstof.
(Wat geweldig toch dat ook radioprogramma’s eenvoudig terug te luisteren zijn).
Ad Vingerhoets is een van de weinige wetenschappers die ’tranen’ als onderzoeksitem heeft durven noemen. Wel is er onderzoek naar ‘huilen’ gedaan, maar tranen, dat vreemde oogvocht… voor veel wetenschappers is dat te oninteressant.
Een leuke vraag en nog nooit onderzocht: is de samenstelling van traanvocht anders als er bijvoorbeeld gehuild wordt van geluk of als er gehuild wordt om bijvoorbeeld het verlies van een naaste. Waarom is dat niet onderzocht? Tranen opvangen in een bakje. (Maar inderdaad wie gaat er huilen met een bakje onder je kin?)
Is niet huilen erg?
Is ‘laat het maar lekker los’ wel zo’n goede tip?
Lost het iets op?
Kinderen huilen in eerste instantie alleen uit nood. Ze huilen eerder dan dat ze (kunnen/willen) lachen. Huilen heeft meer noodzaak, bij behoefte aan eten, drinken, troost. Later, veel later pas komt daar het huilen als reactie op emotionele omstandigheden bij. Of huilen als je iemand ziet huilen. Ontroerd raken.
Ik huil weinig. Ja, op momenten dat ik het helemaal niet wil, als ik boos ben of bang. Ik ken de meeste theorieën, over hoe verdriet eigenlijk boosheid is, hoe boosheid eigenlijk verdriet of angst is….
Wat zegt huilen over wat iemand werkelijk voelt? De een huilt tijdens de begrafenis van een dierbare, de ander blijft stoïcijns voor zich uit kijken. Wie heeft meer verdriet? Dat weten we dus niet en zullen we ook nooit weten.
Vingerhoets beschrijft een mooi moment over zijn dochtertje. Het toen drie jarige meisje werd door haar vader meegenomen in de achtbaan. Na die spannende rit zag hij op het gezicht van zijn dochter dat ze niet wist of ze moest huilen of lachen. Die opwinding was nieuw dus ook de manier om daar mee om te gaan was voor haar vreemd.
Die tranen toch, al dat vocht dat rijkelijk stroomt. Het ontroert en ergert.
Het ligt er aan wie de eigenaar is van het tranendal.
1 reactie
Misschien kunnen ze in de tranen meten of iemand echt huilt van verdriet of boosheid, of om te manipuleren.