We zitten in een redelijk net hotel. De OR heeft de jaarlijkse tweedaagse. Er zijn andere groepen en op de tafels staan bordjes met de namen van de groepen. Bij ons dus “Den Haag” maar bij de andere: “Bedrijfskunde”.
Onze groep valt op door de onbedaarlijke lachbuien waarbij we soms huilend en gierend van de lol over elkaar heen vallen, voornamelijk de vrouwen van de groep. Paul, de barman, vindt ons wel leuk en wij vinden Paul leuk. Y. Zegt ook tegen Paul: ‘je bent een toppertje’. Dat is voor Paul het moment om te vertellen dat andere groepen hem ook tof vinden. Hij laat oorkondes zien die Bedrijfskunde, lichting huppeldepup, hem gegeven hebben. Hij vertelt dat hij deze week nog van een groep een oranje toetertje kreeg met alle namen er op.
Dat lijkt me leuk voor Paul. Maar er zit hem iets dwars want hij vertelt: ‘vanmiddag loop ik door de supermarkt en zie ik daar dat toetertje liggen, voor 1,99, 1,99!’ Paul kijkt een beetje verdrietig. ‘Dan voel je je toch een beetje bekocht, als dat is wat ze voor me over hebben.’
Y. belooft hem iets beters. Ik hoop dat ze het onthouden heeft want Paul heeft van de spanning waarschijnlijk niet kunnen slapen.
Toetertje
vorige blog