Eva Jinek doorkruist Amerika op zoek naar de ‘gewone’ Amerikaan. Indrukwekkend. Ze gaat ook op bezoek bij de Cherokee, een bevolkingsgroep van indianen, waarvan er zo’n 250.000 leden in de Verenigde Staten wonen en de meesten daarvan in Oklahoma. Ze ontmoet daar een moeder en dochter die werken voor de Cherokee Nation. De moeder, een trotse indiaan, schiet vol als ze vertelt over de pijnlijke geschiedenis van haar volk. De weg die ze gedwongen af moesten leggen, weg van hun land en verbannen, 1800 kilometer verderop. Hoe ze die afstand af moesten leggen was aan hen. Velen hebben die overtocht niet gehaald. The trail of tears, wordt het genoemd en ik zag het voor me. Hoe moeders en kinderen die toch maakten en hoe velen door ziekte overleden.
De vrouw en de dochter huilen als ze voor de kaart staan waar de route op getekend is. De dochter zegt: ‘natuurlijk zijn de mensen die er nu zijn niet verantwoordelijk voor wat er in 1840 is gebeurd. Zij waren er niet, wij waren er niet. Maar die geschiedenis dragen wij met ons mee en wat we willen is erkenning van wat ons is overkomen.’
Mooie en simpele woorden. Ik denk toch maar weer even aan onze zwarte-pieten-discussie. Misschien hoeft het niet zo ver te komen dat we een heel feest gaan verbieden maar erkenning van de slavernij, begrip opbrengen voor de pijn die van generatie op generatie wordt doorgegeven, is wel het minste. Veel Europeanen waren verantwoordelijk voor de aftocht van de indianen. En wij waren daar niet bij en zijn ook niet verantwoordelijk maar we zijn wel verantwoordelijk voor erkenning. En voor het herkennen van de despoot in onszelf. Zolang het niet nodig is, is het makkelijk om voor vrijheid te staan, voor sociaal. Maar kijk eens waar we nu zijn beland? De tocht der tranen vindt dagelijks plaats.