Ik kruip nog snel achter de computer voordat we weggaan. Twee melding van mijn eigen agenda.
1. Vandaag, ‘mama’ jarig
2. Morgen ‘sterfdag mama’.
Het is mijn eigen agenda. Het zijn mijn eigen woorden. Ik moet glimlachen om het woordje ‘mama’. Dat woordje maakt vanzelf dat je je weer ‘kind van’ voelt. Afstandelijk en verder weg is ‘ma’. Maar als mijn moeder nog geleefd had, was dat het laatste wat we tegen haar mochten zeggen. Net zo verboden als ‘jij en jou’.
Bijzonder
Het blijft bijzonder dat deze twee grote momenten zo dicht op elkaar volgen. Een geboortedag en een sterfdag. Daardoor vergeet ik ook nooit die dag, anders dan bij mijn vader waar ik niet verder kom dan de maand en me daar vervolgens over schaam.
Ik vergeet data. Ik heb Vriendin nodig om me te helpen onze trouwdag te herinneren. Zo wist ik ook niet dat mijn moeder precies tien jaar geleden bijna doodging en wij dat toen nog niet wisten. Totdat ik een tante, mijn moeders zus, spreek. Haar dochter overleed een paar dagen voor mijn moeder en zij weet precies dat het tien jaar geleden is. Natuurlijk weet zij dat. Vriendin weet het ook. Zij herinnert zich de laatste Kerst toen mijn moeder bij ons aan tafel zat. Hoe ik later pas zag op een foto, hoe fragiel zij op de stoel zat, al bijna verdwenen. Haar fotolach is er eentje die me verdrietig maakt omdat ik haar verdriet door de glimlach heen zie.
Een bijzonder weekend. Mijn moeders verjaardag was er eentje waarbij je niet mocht ontbreken. Dat wilde ik ook niet. Toen mijn vader nog leefde kreeg zij elke verjaardag een bos prachtige rode rozen met op het kaartje in zijn keurige handschrift ‘van je liefhebbende man, Ben’. Ze hielden veel van elkaar.
Ik denk met dankbaarheid terug aan mijn moeder. Een moeder die nog echt uit het ouderwetse moederhout was gesneden. Met thee en koekje en al. Dat ik nu op deze manier aan haar terug kan denken zegt veel. Ook daar ben ik dankbaar om. Het was allemaal goed zoals het was.