We volgen Homeland. Een serie over de CIA en de conflicten in het Midden-Oosten. De beelden van de oorlog, de verwoesting, de drukte zijn zo heftig dat het me soms te veel wordt.
Want het lijkt op de beelden die ik in het nieuws zie. Beelden van compleet verwoeste steden, huizen die in puin liggen, mensen die rennen voor hun leven. Rennen waar naar toe? Ik lees een bericht over Muhammad Najem. Een vijftienjarige jongen. Hij maakt video’s van de oorlog in Oost-Ghouta, een buitenwijk van de Syrische hoofdstad Damascus en plaatst ze op sociale media. De wijk is al jaren in handen van rebellen, maar de Syrische president Assad wil de wijk heroveren. Elke dag vallen er velen doden.
Hij plaatst dit bericht op Twitter. Als je dit leest kun j eigenlijk alleen maar zwijgen.
Thuisland
En dan loop ik over de keurig bestraatte straten, langs keurig aangelegde plantsoenen in een bijna keurige wijk. Stap uit een tram die mij praktisch voor de deur afzet. Ik zwaai naar de buurvrouw en lach om twee kinderen die in het gras spelen. We vragen ons af wat we gaan eten en waar we gaan eten. We vragen ons nooit af of we gaan eten.
Dankbaar en bang
En ik weet dat wij hier in dat Nederland van ons kunnen zeiken en zeuren als de besten. Overal hebben we een mening over. Maar bij het zien van mensonterende beelden, van haat, van geloofsfanaten, van totale ontreddering en wanhoop denk ik steeds vaker: hou toch eens je mond. We zijn niet beter dan anderen, we hebben alleen zoveel meer geluk. Zoveel geluk dat we het ons kunnen veroorloven om bij de Rijdende Rechter te zeiken over een overhangende boom.
Bubbel
We leven hier in een bubbel van welbehagen. En nee, ik zou niet willen ruilen. Ik ben te bang, te angstig voor wat ik zou kunnen verliezen. Maar stel je voor dat je in een wereld leeft waar studie, werk, toekomst er niet meer toe doen simpelweg omdat het er niet meer is. Dan blijft alleen nog maar de essentie van het leven over. Leven.