Bescheiden jongen
gitaar om de schouders
verlegen blik in de zaal
het gaat niet om hem
voelt zich onbespied
raakt de snaren met handen
van binnen gestuurd
van hart naar vingers
ogen knijpen samen
mimiek begeleidt
wat onzichtbaar was
tonen zijn binnenkant
pijn, vreugde, genot.
Vooral genot
doet pijn.