Ik weet niet waar ze vandaan komen maar links en rechts komen ze te voorschijn. Staan er ineens van die caravans voor de deur. Mensen lopen in en uit om huisraad in caravanraad te veranderen. Kastjes worden gevuld, kleding gestapeld, koelkastje klaar voor gebruik. Handig voor zo’n lange rit. Om de caravan heen dansen en springen de kinderen: ‘we gaan met vakantie, we gaan met vakantie’. Moeders halen bezweet de handen door de haren. ‘Ja lieverd, we gaan met vakantie’.
We zwaaien ze uit. Een en al gezelligheid. De caravan hangt uitgelijnd achter de auto waar ook nog spullen op het dak moesten. De kinderen proberen de dvdspelers uit die pa toch maar snel gekocht heeft. We zwaaien ze na terwijl we weten dat die gezelligheid niet zo heel lang duurt. Dan begint er één te roepen dat ‘ie moet plassen. Of dat het een stomme film is. Of dat hij pijn heeft in zijn buik. Dan moeten er nog 1234 km gereden worden naar het verre, verre zuiden. Waar het altijd warm is. Heerlijk warm. Snik heet eigenlijk.
Ik moest ineens denken aan vroeger. Toen gingen we als uitje een stukje rijden. Daar zou dit stukje over gaan maar dat doe ik dan maar morgen.
Ik ga voorlopig toch nog niet op vakantie.
1 reactie
Goh jij weet mijn opkomende vakantiepret wel heel hard de kop in te drukken met dit stukje…
We gaan dit jaar kamperen in Zuid-Frankrijk met de kleintjes uiteraard… en we gaan met de auto!
Ik heb er nu al zin in… =(