Vriendin en ik laten tussen de eerste regendruppels door Ami uit. Uit een huis dat we passeren komen twee mannen. Jolige, oudere types. De ene zegt ‘Hé, gozer, morgen om 13.00 uur ben ik er weer’.
De ander wendt zich tot ons.
‘Mevrouw, u heeft toch wel een paraplu bij u toch?’ Hij lacht.
Ik zwaai met mijn ingeklapte paraplu want voorlopig wil ik helemaal geen regen tegenhouden.
‘Mevrouw, je moet toch gek zijn om met dertig graden een kamer te witten?’
Wij knikken instemmend.
‘Maar’, vervolgt hij, ‘ik moet wel hèh, anders kom ik het huis niet meer in. Wat is het hier heerlijk rustig zeg, ik geniet. En weet u wat ik nog fijner vind? Als ik eenmaal verhuisd ben, hoef ik die familie helemaal nooit meer te zien, dat is pas lekker. Fijne avond, dames.’
Nog geen 45 seconden duurt het gesprek. Genoeg om bijna alles te weten.