Ik heb al geschreven over onze sombere ober, maar zowaar! Gisteravond zijn we er opnieuw want dichtbij en heel goed. Onze ober komt ons al tegemoet en zegt streng: ‘only inside or this small table’. We gaan voor de small table.
Dat valt niet mee. Fles water, wijn, 8 glazen, vier kleine bordjes en alle voorgerechten die standaard ongevraagd op tafel komen. (Eten is betalen). Maar we gaan niet zeuren. Onze man in het zwart rent maar heen en weer op het drukke terras.
Dan komt er een grote tafel vrij. We zeggen tegen elkaar dat we daar niet om gaan vragen, hij heeft net onze tafel gedekt en we kennen zijn humeur. Maar wonder: hij dekt als een razende de grote tafel en nodigt ons met een handgebaar uit, de schat. We prijzen hem de hemel in en op ‘you’re the best’, verschijnt er een piepklein lachje.
Daarna wordt het alleen maar beter. Zijn stem is laag en brommerig en zwaar, wat niet direct tot vriendelijkheid neigt, maar toch! we horen hem praten.
We hebben nog net niet geknuffeld maar het bonden is begonnen. Ik vertrek niet zonder hug!