Vriendin en ik delen een auto. Ter compensatie van dit gegeven hebben we wel allebei een sleutel. Tot een week geleden. Ineens was een sleutel kwijt.
Zoals altijd denk ik: oh, dat komt wel weer goed. Die komt wel weer boven water.
Als dat na drie dagen niet gebeurd is, ga ik zoeken. Ik herinner me ineens dat ik laatst met een zwaai de hondenriem bovenop het plankje van de kapstok gooide en daar ook mijn autosleutel zag. Die hoorde daar niet. Dus daar kijk ik eerst. Nee.
Ik keer mijn zwarte tas om. Nee. Mijn werktas. Nee. Ik voel in alle zakken van winter- tot zomerjas. Nee. In de zakken van Vriendin. Nee. In de colberts die boven liggen te wachten om opgehangen te worden. Nee.
Een lichte ergernis is voelbaar. Nog een keer mijn zwarte tas omgekeerd. Nee. Vriendin beschuldigd. Nee. In de auto gekeken, onder de auto gekeken, onder de bank, de tafel, in de lade, in een andere la. Niets. Ergernis gaat over in ongerustheid. Wat als ik de sleutel ben verloren?
Gisteren reden we onderweg naar een etentje, mijn zwarte tas op mijn schoot. Ik zie een sleutelhanger, trek er aan en tover ineens de autosleutel nummer twee te voorschijn, want nummer 1 zat al in het contact.
Verbijsterd ben ik. Honderd keer heb ik de tas leeggehaald, erdoor heen gewoeld, geschud, gegooid. Geen sleutel. En nu ineens, zomaar bovenop, ligt die sleutel er.
Ik weiger echt te geloven dat ik niet goed gezocht heb.
Iemand probeert mij gek te maken. Vriendin kan het niet zijn, die is te lief voor dat soort narigheid. Maar iemand, iemand die verder van me af staat, heeft dit op zijn geweten.
Ik weet het zeker. Vertrouw geen hond meer. Bas? (= hond)
1 reactie
hahaha maar het verbaasd mij niks als jullie wat kwijt zijn :-))