Gisteren twitterde Sylvia Witteman, columniste o.a Volkskrant, ‘Lig ik toch zomaar in mijn blote kont op een geheim strandje ergens in ons eigen kutlandje’.
Het doet mij denken aan jaren dat ik zelf met mijn blote kont in elk willekeurig kutlandje op een strandje wilde liggen. Dat is niet vanzelf gegaan. Mijn eerste ervaring met een heuse naturistencamping, in Frankrijk naturellement, zal ik nooit vergeten. Je komt, gekleed binnen en je bent de enige met kleding aan. We werden ontvangen door een dikke blote man die ons een zweterige hand, goddank een hand!, toestak. Ik heb nog nooit zo lang in iemands ogen gekeken. Mijn blik had ik verankerd op ‘als het maar boven de navel was’. Mijn ervaren reisgenoot ontdeed zich van de kleren en ging aan de slag met tentzeil en haring. Ik hielp, gekleed, mee. Mij een houding aanmetend van heel normaal en ik doe heus zo wel mijn kleding uit. Gelukkig werd het al snel avond en hoefde het niet. Nog niet. Om me heen trokken mannen en vrouwen t-shirtjes aan. Eigenlijk is dat een van de kenmerken waaraan je een naturist kan herkennen. Als het koud is gaat er een t-shirt aan. That’s it. C’est tout.
Stel je voor wat je dan over het speelveld ziet lopen! Aan de achterkant: billen, hang, lang, wit, wippen op en neer onder het te korte shirt. Aan de voorkant…
De eerste dag ben ik dus gekleed doorgekomen maar de volgende ochtend moest het dan toch gebeuren. Liggend op mijn buik gluurde ik door het tentdoek naar buiten. Ja hoor, daar liepen ZE al. Ik zou brood halen. Het heeft ongeveer twee uur geduurd voordat ik, met een lang t’shirt aan en met een blik van ‘kijk mij eens natuurlijk hier met mij blote kont gezellig lopen en in de rij staan en deux croissants zeggen’, de sprong heb gewaagd.
Om een lang verhaal kort te maken. Je went eraan. Heel snel. Zo snel dat je, als je weer terug bent, moet wennen aan al die geklede mensen bij de bakker.
1 reactie
Je zou twee woorden in de titel kunnen verwisselen en dan blijft ie waar en grappig… waar voor de vrouwen in ieder geval…