Praten, praten, praten

We liggen heerlijk bij het zwembad. Het is rustig. Veel gasten maken nog geen gebruik van het heerlijke water. Een aantal wel en die ga je kennen. Je observeert, analyseert, concludeert:
‘ik denk dat het zussen zijn. Mooie vrouwen in dure badpakken’.
‘Een moeder en dochter, wie pleziert wie?’
‘Een veel te jong stel op deze belegen plek.’
‘Dat stel kent elkaar helemaal niet, ze leggen zichzelf nog uit aan elkaar (en aan ons).’
‘Hij blijft maar op z’n balkon.’

Wat zeggen ze over ons?
‘Een man met drie vrouwen?’
‘Liggen ze weer!’
‘Gaan ze weer’.
‘Lunchen ze weer.’

Misschien wel: ‘genieten ze weer.’

Laat een reactie achter

Deel dit met jouw vrienden