Ik krijg de kriebels, enorme jeuk van sommige mensen, om precies te zijn: ouders van jonge kinderen, die het helemaal goed doen. Die elke zin die ze zeggen tegen hun kruimeltjes, afwegen op een weegschaal van verantwoord ouderschap. Die kwelend en kwijlend hun eigen egootjes oppoetsen en… zal ik doorgaan?
Op de terugreis van onze vakantie haalt de bus andere mensen op. Een gezin stapt in. Een vader, een moeder, twee kinderen. Vanaf de eerste stap in de bus tot aan het moment dat ze plaatsnemen hoor ik hoe ‘lief’ en ‘weldoordacht’ deze engelen van ouders hun kinderen begeleiden naar volwassenheid.
‘Jonatan en Amelie, willen jullie hier zitten, vooraan, dan kun je fijn naar buiten kijken’.
De buschauffeur is het er niet mee eens en roept: ‘No baby in front’. De kinderen trekken hun pruillip.
‘Jonatan, kom maar bij pappie, de chauffeur zegt dat jullie daar niet mogen zitten, omdat jullie te klein zijn en er misschien iets kan gebeuren.’
Honger
De kinderen hebben honger. ‘No food in this bus’, blaft de chauffeur opnieuw als hij in zijn spiegel ziet dat het gezin zich op de meegebrachte taartjes wil storten.
‘Pappie’, huilt Jonathan, ‘ik vind het een stomme bus.’ Pappie legt uit dat de bus schoon moet blijven.
‘Mammie’, zeurt Jonatan, mag ik een cracker dan?’
Mammie zegt dat een cracker inderdaad geen voedsel is en deelt ze uit.
Pappie en mammie
Elke keer als ik de jongen ‘pappie’ hoor zeggen, bij elke vraag, elke opmerking, elke zin, denk ik dat het een grap is. Dat pappie zal zeggen: ‘praat eens gewoon, joh’. Maar pappie heeft dit zelf geleerd aan zijn kinderen omdat het zo lief en dichtbij klinkt. Pappie stelt voor om een spelletje te doen, een woordspel of een vraagspel. Vol geduld speelt hij het spel met zijn zoon. Keurig corrigerend als de jongen een fout antwoord geeft, niet boos maar onderbouwd met spellingsregels en didactisch inzicht.
Als ik de ouders later in de vertrekhal observeer (drie uur vertraging dus je moet iets), zie ik dat ze nog steeds woordspelletjes doen. Jonge mensen die spelen dat ze ouders zijn. Die elkaar over de hoofden van de kinderen heen, corrigerende blikken toewerpen. Ik explodeer bijna van hun ingehouden emoties. Woorden, woorden, woorden. Een vader die zo jong is dat hij zelf eigenlijk nog ergens het beest in zichzelf moet ontdekken, een moeder die van keurigheid aan elkaar genaaid lijkt.
Het verklaart niet mijn ergernis. Maar we voelen het allemaal. Pappie die elke keer meer uitlegt dan dat er gevraagd wordt. ‘Ja, de busrit duurt nog een kwartier. Dat is vijftien minuten. Weet jij Jonatan, hoeveel minuten er in een uur zitten, zullen we ze tellen?’
Nee pappie, we gaan niet tellen. Houd een keer je mond. Ik wil niet al je woorden pappie, ik wil dat je je bek even dichthoudt. Neem een joint of stop tien crackers in je mond. Shut up.
1 reactie
[…] Pappie en mammie: shut up […]