De gemoederen lopen hoog op deze dagen, nu de voetbalcompetitie het einde nadert. Niet alleen wie er gaat winnen maar ook wie er gaat verliezen, is belangrijk.
Zo is het onderaan de lijst een survival of the fittest. Degradatie ligt op de loer en niemand wil het voetbalveld ruimen.
Papa, papa
Gisteravond keek ik naar de samenvatting NEC-Excelsior. NEC verloor op het nippertje en de supporters waren razend. Wilden hun gelijk halen dus blokkeerden de uitgang van het voetbalstadion. We zien beelden van opgewonden standjes die met gebalde vuisten zingen: ‘Schaam je kapot, Schaam je kapot, schaam je, schaam je, schaam je kapot’ (een veel te vrolijk wijsje trouwens voor woorden van schaamte).
Dan hoor ik een kind, een jongen of meisje, roepen: ‘Papa, papa’, een bezorgde toon, angst, een kind dat zijn vader of kwijt is of gek ziet doen. Papa reageert niet op het geroep want is zelf druk bezig te roepen. Dat iedereen zich moet schamen, dat ze een stel losers zijn, dat ze het niet kunnen maken om te verliezen’.
Schaamte
Inderdaad schaamte. Dat voel ik als ik kijk naar boze mannen die het niet kunnen verteren dat ze verliezen. Die nog een pilsje nemen en met elke slok alcohol in het lege lijf nog bozer worden. Die schreeuwend op de tribune staan en hun woede uiten en heel soms hun blijdschap. Lekker voorbeeld, vaders.
Verliezen en winnen
Ik hoop dat Feijenoord kampioen wordt. Maar eerlijk is eerlijk, Ajax is beter. Dit schrijven is eigenlijk al vragen om moeilijkheden. Je wordt als voetbalfan niet geacht na te kunnen denken of te kunnen relativeren. Je bent pas een echte fan als je je gelijk haalt ook als je geen gelijk hebt.
Verbroerderen
Ik kan genieten van fans. Ik zie ook hoe voetbal of een andere grote sport iets doet voor een land, een stad, een gemeenschap. Blijkbaar hebben we dat nodig. Maar een echte fan ondersteunt ook als het niet goed gaat. En wat heb jij als supporter nou helemaal verloren? Dat de spelers balen en de trainer, natuurlijk. Sport is presteren en degraderen doet pijn. Maar als al die boze supporters nu eerst zelf eens iets gaan presteren?
Zo’n vader bijvoorbeeld. Die zich losmaakt uit de woedende menigte. Zijn zoontje of dochtertje optilt en meeneemt naar een plek waar het veilig is. En dan uitlegt dat het maar een spelletje is.