Gisteren had ik een dubbel oranje-gevoel. Eentje omdat de vrouwen moesten voetballen, wonnen en goed speelden en het andere oranje-gevoel, maakte mij nog trotser en blijer.
Dan staat oranje vooral voor ons land waarin gelukkig heel veel kan. Tijdens het voetballen zitten we, vier vrouwen, klaar om met woord en gebaar commentaar te leveren op de voetballende dames. We hebben uit bijgeloof niets oranjes aangetrokken. We ochen en ahhhaahhhen eensgezind als een voetballende actie op niets uitloopt. We juichen als ‘we’ scoren. Plotseling ben ik mij er heel bewust van dat we hier met twee vrouwenstellen zitten, getrouwd en al en dat het heel normaal is.
Zo normaal dat het bijzonder wordt.
Oranje nuance
Je hebt ‘oranje’ in vele nuances. Soms helemaal niet mooi maar schreeuwerig en dominant. Het oranje van alles beter weten en dat aan iedereen duidelijk willen maken. Het oranje van grote bekken en kritiek op alles en nog wat. En dan heb je de oranje gloed waarin wij allemaal kunnen gedijen. Kunnen zijn wie we zijn. Want wij zitten daar niet als vier vrouwen heel bijzonder te zijn of te praten over ons ‘anders-zijn’. We zitten kneuterig met toastjes en kaasjes, wijntjes en bier, te juichen om een doelpunt. Niet meer en niet minder.
Dan houd ik van oranje.