Nog voordat we ons huis echt te koop zetten, hadden we ineens twee bezichtigingen op een en dezelfde dag. Fijn natuurlijk maar we moesten nog wel het een en ander doen. Voor het eerst van mijn leven heb ik een lege wasmand gezien.
Een groot huis is fijn, is vooral heel ruim, biedt dus ook veel ruimte aan spullen van ‘je weet maar nooit’. De bovenverdieping staat er vol mee. Kledingkasten hebben we eigenlijk niet nodig want een hele loze kamer boven vervult met plezier die functie. Maar dan moeten we toch ineens van die kamer de logeerkamer maken die we ooit bedacht hadden. Waarom staat er immers een slaapbank?
Werkkamer
Mijn werkkamer, waar ik toch dagelijks heel wat uren in doorbreng, puilde ook uit haar voegen. Alles van het aflopen jaar van ‘nog-te-doen-dingen’ lag keurig door elkaar, in stapels, in laatjes en op het bureau. Badkamer 2 stond ook al heel lang geen badkamer meer te zijn. De tuin. De tuin lag vol met wat bomen zoal los laten. De omgevallen stenen pot in scherven, de vlinder nog bungelend aan 1 vleugeltje aan de schutting.
Toilet
Toen wij het huis kochten was het benedentoilet precies zoals wij het nu hebben. Eerlijk? Aan het plafond hangen spiegelpanelen. Destijds keken we ernaar en dachten: oké, spiegelplafond op het toilet, moet kunnen. Maar na een jaar of wat kijk je er letterlijk niet meer van op. Dat ga je wel weer doen als je met nieuwe ogen naar een huis kijkt. Waarom hangen er spiegels boven de pot? Slaapkamerplafond met spiegels, oké, het kan een functie hebben voor liefhebbers maar ik kan me een leuker beeld voorstellen als ik omhoog kijk in een toilet. Maar van dat soort dingen kom je tegen in je eigen huis.
We zeiden tegen elkaar: ‘laten we het huis eens zien, zoals wildvreemden het huis zullen zien’. Een onmogelijke opgave. Boven vraagt een man: ‘hebben jullie lekkage gehad’. Vriendin kijkt iets omhoog en ziet daar een plek bruinigheid die niet te vermijden is. Voor vreemden dan. Wij hebben de plek geïntegreerd in het huis als totaal. Hoe hebben we dat kunnen missen? Wanneer en hoe dan? Achteraf is er niets ergs aan de hand, maar toch. Hoe kijk je als vreemde naar je eigen huis. Het is een onmogelijke opgave.
Schrijfmeisjes
Als gisteren ‘mijn’ schrijfmeisjes boven boeken kunnen uitzoeken is het een kirren van plezier. En heel af en toe houdt iemand een boek omhoog. ‘Echt?’, vraagt schrijfmeisje 2 ‘Echt’, knik ik moedig. Soms kan ik ineens nog een boek tegenhouden want herinneringen, oud, van toen. Maar de zelfhulpboeken zwaai ik met plezier uit. ‘Hoe vind ik mijn leven terug’, ‘Niet morgen maar nu (verdomme)’, ‘Vrouwenkracht’. En ik denk alleen maar heel tevreden.
‘Been there, done it’.