Toen IS de eerste gevangene onthoofdde was ik er kapot van. Hoe afgrijselijk, hoe vreselijk om zo aan je eind te moeten komen. Hoe barbaars en wreed. Er volgden er meer. Vorige week de journalist uit Japan. En toen was er nog de piloot uit Jordanië.
Ik realiseerde me, dat het zien van beelden van onthoofding, went. We spreken er de dag daarna minder over. We schakelen snel door naar Goede Tijden Slechte Tijden.
Dinsdagavond blijkt dat IS dat ook weet. Zij kozen voor een andere aanpak. ‘Onthoofding’ wordt vervangen door levend verbranden. De arme piloot kon geen kant op.
Hoe ver kunnen die gasten gaan? Wie pakt ze aan en hoe?
Goed van de NOS dat ze geen beelden laten zien. Dat vermindert de kans op adoratie en herhaling. Helaas bestaat er nog zoiets als internet waardoor filmpjes ieders wereld binnen kunnen komen. Ook de wereld van jonge gasten, jongens en meisjes, die het geweldig zullen vinden, dat machtsvertoon. Zolang IS de kans krijgt om de beelden te tonen van alle gruweldaden is de kans op herhaling groter.
Wij mogen nooit wennen aan beelden van moord. Hoe werkt dat toch in een menselijk brein? Is het bescherming, afstomping, onverschilligheid? Of machteloosheid? Hoe machteloos zijn we tegen de arrogantie van mensen die een geloof misbruiken? Ik voel me totaal machteloos. Met mijn onnozele leven hier dat gewoon maar doorkabbelt terwijl er niets te kabbelen valt. En ik zou dit stuk willen eindigen met een heldere conclusie, een cynische grap maar de piloot en al die andere onschuldige moedige mannen, verdienen meer.