Want wat moet je zeggen. Denken. Doen. Na zo’n afschuwelijk bericht over de aanslagen in Noorwegen. 84 doden. Jonge mensen die met politiek bezig waren, verkennen wat ze zelf ergens van vinden. Zo stel ik me dat voor. Zon, samen zijn, filosoferen en dan die bomaanslag vlak bij hen. Daar over praten. Wat kan het zijn, wie kan het zijn? En nog geen uur later komt diezelfde halve gare bij hen op visite. Feestje is over. Voorgoed vrees ik.
En nu niet zeggen en schrijven dat deze jongen een Wilders-aanhanger was. Zo goedkoop en zo min om dat nu te doen.
Een zieke jongen, noemen ze hem, net zoals die jongen die in Alpen aan de Rijn mensen doodschoot. Wat doe je aan een zieke jongen? Wie let er nog op elkaar, op je naaste, op je kind, de vrienden van je kind. Wanneer worden we weer wakker en stappen we uit ons egocentrische kringetje.
Al dat verdriet in al die gezinnen. Nutteloos. Zinloos.
Hier maar eens een weekend stil bij staan. Dat is wel het minste.