Gisteren was ik jarig. Ik bedacht dat, toen mijn moeder ook die leeftijd had, zij zo’n ander leven leidde. Haar dochters waren net het huis uit, zij zat midden in de overgang die haar jaren depressies zou bezorgen en ze was moe, verdrietig en waarschijnlijk ook teleurgesteld in het leven. Ik begrijp haar teleurstelling zo goed want ze had niet veel. Niet zoals wij, had zij geleerd om meer uit het leven te halen dan er oorspronkelijk in had gezeten. Niet verder geleerd of verder ontwikkeld. Met het gaan van haar kinderen, ging ook haar zingeving de deur uit en kwam ze terug van een koude kermis.
Deze maand is altijd een maand van weemoed. De maand waarin zij jarig was maar ook de maand waarin ze overleed, veel te jong en veel te veel gemist in het leven. En dat wij, haar dochters en zoon, het zo anders hebben, is iets om dankbaar voor te zijn.