Het boek Na dit leven wilde ik lezen. Soms zijn er van die boeken die moeten gewoon. Ik ben het ook aan het lezen en ervaar zin en tegenzin. Idioot gewoon.
Voor wie het niet weten. Eben Alexander is een bekend neurochirurg die door een ernstige hersenziekte zeven dagen lang in coma raakt waarin hij een verruimd bewustzijn beleefd. Iets wat onmogelijk zou zijn bij mensen met een volledige uitval van alle functies van de hersenen. Na zijn wonderbaarlijke herstel, vertelt hij over de buitenwereldlijke ervaringen in een dimensie waar tijd en ruimte geen rol spelen. Een dimensie die in niets lijkt op ‘aarde’, het is mooier, onbeschrijflijk veel mooier, zuiverder, eerlijker dan een mens zich voor kan stellen.
Ik zit in de tram terwijl ik lees. De eerste hoofdstukken vertellen over de mens Eben Alexander, zijn geloof in de wetenschap en daarmee in onweerlegbare feiten. Uiteindelijk beland ik bij het hoofdstuk waarin hij een poging doet te omschrijven hoe die dimensie er uit ziet, wat hij voelt en ervaart. Mijn hart gaat sneller kloppen, alsof ik iets lees wat niet gelezen mag worden maar wat je wel moet lezen, zo ongeveer voel ik me. Het maakt me angstig, het beroert me, waarom?
Omdat ik zo graag wil dat het waar is? Omdat ik bang ben dat het waar is? Het zou in ieder geval het meest bevredigende antwoord zijn op vragen als: waartoe dienen wij, eerder nog: waartoe dien ik, waartoe dient het leven? Waarom het mij zo raakt weet ik niet. Ik herken het wel van andere belangrijke gebeurtenissen in het leven. Het raakt in ieder geval mijn diepste angst. Ik ben nog lang niet uitgelezen en uitgeleerd.