We bezoeken de moeder van Vriendin in het verzorgingshuis. Zij is blij als ze ons ziet en we gaan naar beneden om koffie te drinken. We praten en herhalen veel want moeder onthoudt het niet meer goed. Ze vraagt opnieuw of wij in het Haagje wonen.
‘Ja’, beamen wij.
‘Wonen jullie bij elkaar’, vraagt ze.
‘Ja’, zeggen we, ‘we wonen samen’.
Dat blijft ze vreemd vinden. Twee vrouwen.
‘Hebben jullie een tuin?’
Dat lijkt mij een mooi moment om haar op mijn telefoon twee foto’s van de tuin te laten zien.
‘Zo’, zegt ze, ‘dat ziet er goed uit. Is dat jouw tuin?’
Ik knik en toon de volgende foto.
‘Ook mooi’, ze kijkt Vriendin aan. ‘Van jou?’
‘Van ons’, zegt Vriendin.
Als ik de telefoon opberg in mijn tas, buigt ze voorover naar Vriendin en fluistert:
‘Ik vind jouw tuin veel mooier’.
Ik vind het logisch. Vriendin is haar dochter en wie ben ik in hemelsnaam. 🙂
1 reactie
🙂 Moeders hebben altijd gelijk! 🙂