Een nieuwe serie blogs over mijn Monsterwandelingen (wandelgebied in Monster) met Ami en wie ik daar ontmoet.
Wij laten Ami uit. Zodra het houten hek open is mag ze los en gaat dan ook los. Als een jong veulen huppelt ze door het hoge gras, snuffelt aan plasjes en poepjes en duikt in konijnenholen.
Ziet ze op afstand een soortgenoot dan legt ze zich neder en wacht gespannen op de komst van wellicht een vriendje. Vanaf een afstand kun je dat niet bepalen, dat weten wij mensenkinderen ook wel, dus het kan mee- of tegenvallen. De ene keer ruikt ze, trekt ze haar neus op en negeert het andere beest volkomen. Arrogant loopt ze, flink maar haar kont schuddend onze kant op. De andere hond toch gekwetst achterlatend. De andere keer is het direct feest. Staan ze neus aan neus of vaker nog, neus aan kont en rennen dan als gekken achter elkaar aan.
Bij honden horen baasjes. Daar ontkomen zij niet aan. Het wandelgebied biedt ook hen de gelegenheid om even los te gaan. Veel zie je vrouwen samen wandelend babbelen met geen oog meer voor hun viervoeter. Er zijn belangrijke dingen te bespreken.
Vrouw 1 : ‘Ik vond die vorige veel beter bij je passen’
Vrouw 2 : ‘Ja, dat is ook zo, dat realiseer ik me ook steeds meer’.
Vrouw 1 : ‘Vind ik best wel moeilijk om te zeggen hoor’.
Vrouw 2 : ‘Maar het is gewoon zo. Hij is gewoon de baas over mij’.
Vrouw 1 : ‘Je moet gewoon jezelf kunnen zijn. Toch?’
Vrouw 2 : ‘Ja maar ik heb deze nu eenmaal’.
Zij lopen door, wij lopen door. En ik denk ‘gaat dit over het hondje of over het mannetje?’