Een nieuwe serie blogs over mijn Monsterwandelingen (wandelgebied in Monster) met Ami en wie ik daar ontmoet.
Ze roept me toe: ‘Zo, wat bent u in gedachten verzonken’. Een oude dame, klein en tenger, een brilletje op haar neus en lichtblauwe, levendige ogen. Haar grote hond gaat enthousiast op Ami af.
Haar hond is d’r maatje. ‘Het is zo’n kanjer, dat graven doet hij ook graag. Net ook nog, staat er een vrouwtjeshond te graven, hij duwt haar weg met zijn snuit en graaft verder. Dan stopt hij en laat haar in die kuil liggen, alsof hij zegt ‘hier, voor jou’.’
Ze komt graag in Monster, als het zou kunnen zou ze vaker gaan. ‘Ik woon in Den Haag’, zegt ze, ‘en dit kost toch al snel 2 liter benzine. Alleen met mijn AOW’tje red ik dat niet. Honderd euro per maand voor de beestjes, dat is geen vet pot mevrouw.’ Ze vertelt hoe ze herstellende is van een nieuwe heup. Haar hond trekt haar zowat omver, dus ze moet sterker worden. ‘Wacht maar’, zegt ze liefkozend tegen haar hond, ‘binnenkort heb je aan mij een kwaaie’.
Ze woont al haar hele leven in hetzelfde huis, het ouderlijk huis. Ze huurt voor 380 euro en woont daar graag. De tweede man van haar moeder zag dat niet zitten maar daar had ze schijt aan. ‘Ach, mevrouw, ik neem het leven maar zoals het komt. Vorig jaar kreeg ik ineens die rot ziekte. Kanker. Ik plaste bloed, baarmoederkanker. Operatie, vijf weken dagelijks chemo, en herstellen, maar ja, het gaat in je hoofd zitten, zoiets. Bij elk pijntje in mijn buik word ik bang. Ik wil nog niet dood, ik wil honderd worden.’
Ik vraag haar hoe oud ze is. ’73’, zegt ze.
Ik reken uit hoe lang ze nog ‘moet’ maar houd dat voor me. Ze vertelt verder over haar drie zussen, hoe bang zij waren voor haar. ‘Drie van de vier hebben kanker gehad. Dat is zwaar.’
Ami is klaar met kuilen graven voor een ander. Ik groet haar, aai haar zwarte kanjer en wandel mijn eigen leven weer in.
2 reacties
@francien, kan me voorstellen dat dat ineens binnenkomt. Ik ben wel jonger maar kan me ook ineens zo vreemd voelen als ik besef hoe oud ik werkelijk ben.
Gek is dat. Ik schrok ineens van de woorden “een oude dame”. Terwijl je wel gelijk hebt.
Ik ben 72 jaar. Pas, nu ik gepensioneerd ben, 2 dagen op mijn kleinkindjes, fiets elke dag om boodschappen te doen, maar ben in wezen natuurlijk een oude dame.
Maar mijn hele wezen verzet zich tegen deze gedachte. Terwijl je het wel een keer aanvaarden moet.