In 1975 verdween Monique Jacobs. Anderhalf jaar later wordt er een lichaam gevonden. De tandarts van Monique Jacobs kan aan de hand van gebitsgegevens duidelijk maken dat het NIET Monique Jacobs is. Elf jaar later wordt op basis van schedelonderzoek toch ontdekt dat het wel degelijk het lichaam van Monique was.
De tandarts geeft toe dat er een fout gemaakt is in zijn administratie.
Nog weer later blijkt Monique Jacobs springlevend te zijn en in Amerika een teruggetrokken leven te leiden. Zich niet bewust van alles wat er rond haar had afgespeeld.
Vorige week is men er in geslaagd om aan de hand van nieuw dna onderzoek dichterbij de identiteit te komen van het nog steeds onbekende meisje waarvan het lichaam toen gevonden is.
Beide situaties zijn onbegrijpelijk. Maar stel je voor. Je bent zus, moeder, vader, broer van Monique. Ze wordt vermist. Dan wordt ze gevonden.
Helaas, excuus mevrouw, het is niet Monique. De tandarts heeft dat zojuist bevestigd.
Je blijft hopen. Elf jaar later gaat de bel.
“Excuus, mevrouw, we hebben ons vergist, de tandarts heeft zich vergist. Het lichaam is wel degelijk van uw dochter. Schedelonderzoek heeft dat uitgewezen’.
Weer een paar jaar later. De telefoon gaat. Of je krijgt een brief. Van Monique. Je dochter. Leeft in Amerika, het gaat goed met haar.
Hoe verwerk je dat en hoe blij ben je met het feit dat je zus, dochter, nog leeft?
1 reactie
Onvoorstelbaar.
grH