Elk nadeel heeft een voordeel. Moeder is dementerend en wordt er aan herinnerd dat ze jarig is. Dochter geeft haar een grote bos bloemen. Moeder houdt van bloemen. Vroeger stond haar huis er vol mee. Nu, in het verpleeghuis, waar ze de kamer deelt met een oude heer, is er amper plek voor een vaas. Moeder pakt verrukt de bos rozen aan. “Wat veel”, zegt ze.
“Kom maar”, zegt dochter, “dan zet ik ze in het water”.
In de gang staan haar broers en zus te wachten. Dochter geeft de bos aan broer, die met een groots gebaar de kamer binnenloopt en zijn moeder feliciteert.
“Wat veel”, glimlacht moeder.
“Kom maar”, zegt de zoon, ” dan zet ik ze in het in het water”. In de gang pakt broer
twee de bloemen aan.
Wat is mooier? Het krijgen/ontvangen of het hebben?
“Mam, we zetten 1 bos bij je op de kamer, de rest gaan we bij anderen neerzetten”.
“Ja”, zegt moeder, “er is hier toch geen plek”.