Het bekt lekker. Minister Abraham Maarten Moszkowicz. Geef toe. Allure, heeft het, uitstraling, chique klinkt het.
Gisteren presenteerde hij zichzelf als partijleider van de nieuwe partij VoorNederland (VNL).
Wat moeten wij er mee? Is hij geloofwaardig en betrouwbaar? Het is gelukkig al helemaal mijn partij niet dus ik hoef er niet over na denken maar is hij een partijleider die je graag zou willen volgen? Een ding is zeker, hij is een man om te volgen en niet om zelf iemand te volgen. Dat vind ik best zielig voor de tweede man, Joram van Klaveren, de sympathiek ogende ex-vvd’er die met liefde zijn plekkie af staat. Maar een tweede Fortuyn wordt Bram toch niet. Ze lijken wel wat op elkaar, arrogant, flamboyant, grote mijnheren met veel slappe was of tenminste de herinnering er aan.
‘Ik ben niet bang meer om in het diepste gat te vallen of neergesabeld te worden door de media’, zegt Bram verbolgen. En juist die verbolgenheid moet hij heel snel loslaten en er iets van humor voor in de plaats toveren. Hij is niet de arme advocaat die gepakt is, hij is een sluwe advocaat die gepakt is. Eigen schuld, dikke bult klinkt wat makkelijk misschien, maar is toch op zijn plaats. Ik hield van Moszkowicz als meester-advocaat, meesterbrein bijna, een filmisch personage om te volgen als in een soap. En politiek lijkt soms op een soap dus helemaal misplaatst is het niet, Abraham weet waar hij die mosterd haalt. Maar oh, die boosheid, die verongelijktheid als hij brutale vragen van Pauw moet beantwoorden. Het vileine, de misprijzende trek rond de mond, het dedain als hij zegt: ‘Denkt U niet, mijnheer Pauw, dat een mens recht heeft om te leren van zijn fouten?’.
Abraham Maarten Moszkowicz weet precies waar hij recht op heeft. Daar heeft hij voor geleerd maar soms niet bijgeleerd als dat moest. Dat zou hem nu net eens op kunnen breken.