Ik wandel met Hondje over het veld. Er wordt met een bal gespeeld door twee jongens en twee meisjes. Ik schat ze een jaar of acht. Ze hebben enorme lol.
Ze gooien gewoon de bal naar elkaar. Niet spannend. De twee jongens zijn wel duidelijk samen, de twee meisjes ook. Ze dagen elkaar uit.
Een van de meisjes gooit een raar balletje.
Jongetje 1: ‘dat geeft niet, meisjes kunnen niet zo goed gooien’.
Jongetje 2: ‘nee, meisjes zijn ook niet om te gooien, ze zijn er om te vangen’.
Die had ik nog niet, nog nooit gehoord. De meisjes blijkbaar wel want ze verblikken of verblozen niet. Ze vinden het best.
Heel even wenste ik dat ik van die bepaalde gaven had. Dan zou ik van die meisjes SuperMindy’s maken. Die de bal oppakken en met bovenmeisjeslijke kracht de bal in de buiken van de jongens gooien. Zo hard dat bal en jongetje omhoog getild worden en een rondje vrij vliegen boven het veld krijgen aangeboden. Dat ze tijdens die vlucht beseffen: ‘domme opmerking’. Dat ze dan zachtjes worden neergezet en dat zo’n bal dan heel lullig blijft stuiteren.
Ze hoeven geen pijn te hebben. Inzicht misschien. Voor hem en voor haar.
3 reacties
Misschien in een volgend leven krijg je superpower! Maar ja dan kun je misschien niet meer schrijven… er is ook altijd wat!
Meisje ( 6 jaar ) tegen tante. ” het is dat ik u ken, anders zou ik bang van u zijn” ! Tante ( ik dus ) ” hé, hoezo???? “. Nou … Oud ” !!!
Schrale troost: deze jongens leren over een jaar of acht heel snel wat wel en wat niet te zeggen tegen meisjes.