Als toch tijdelijk ‘in between jobs’, wandel ik, tijd zat, met Ami het park in bij ons huis. Tijd zat dus ook tijd voor een grotere ronde. We komen bij een veldje waar een heel leger aan baasjes en hondjes zich ophoudt. Vrouwen met sigaretten bungelend aan de lippen, mannen met veel te korte broeken. Een vrouw begroet Ami enthousiast. Een aardige vrouw (omdat ze Ami begroet). Ze zegt dat Ami echt een geweldige hond is (voor een Shiba) en dat ze ook heel graag een Shiba zou willen maar ja… een Shiba…
Een man verderop zegt: ‘Jullie hebben haar echt geweldig opgevoed’.
Ik val stil. Accepteer ik ten onrechte dit compliment of ben ik eerlijk? Want iedereen die ons een beetje kent weet dat ‘opvoeden’ en ‘geweldig opvoeden’ niet echt ons beste kwaliteit is. Ik zeg dus ook dat wij daar niet zo veel aan gedaan hebben, ze kwam opgevoed ter wereld. Geen poepje, plasje, sloperijtje. Sociaal, lief, aanhankelijk en stront eigenwijs.
De vrouw zucht en zegt: ‘Maar ja, dat weet je niet van te voren, wat voor een Shiba het gaat worden’.
Als je een hond wilt die op je schoot kruipt? Neem geen Shiba.
Als je een hond wilt die altijd luistert? Neem geen Shiba.
Als je een hond wilt waarvoor jij altijd op de eerste plaats komt? Geen Shiba.
Maar wil je een hond die eigenlijk gewoon haar eigen leventje leeft, mooi en lief en stoer is.
Die zelf wel aan de bel trekt als er iets moet gebeuren? Ja, dan wel.