Wie heeft het niet, wie kent het niet? Mensen die je plotseling ontvallen, vaak veel te jong maar bij ons in de familie vooral ook veel te vaak. Mijn nichtje blijkt ook dezelfde ernstige ziekte te hebben als haar zus die kort geleden is overleden.
Het kan er niet meer in bij mij en het gaat niet eens om mij.
Hoe bestaat het, zoveel leed in één gezin. Niet alleen mijn nichtje maar ook haar moeder is ziek. En jaren geleden overleed ook al een andere dochter. Hoe kan het, hoe mag het gebeuren?
Deze nicht gaat het redden. We zeggen het, we denken het, we hopen het en zij lacht het. Zij lacht het zo hard, dat het een beetje zeer doet. Niet alleen is dit gezin heel sterk en moedig maar bovenal bezitten deze vrouwen een dosis humor die ongekend is. Zo gek als een deur en een feest om een avond in hun gezelschap door te brengen.
Voor haar zware operatie wilde mijn nicht nog een keer uit eten met de ‘niggies’. De ‘nichtenavond’ maar dan met vrouwen, noemen wij dat gekscherend. Twee of drie keer per jaar doen we dat. Ik heb er eerder over geschreven, hoe van die groep van zeven al twee nichtjes er niet meer zijn.
Gisteravond kiezen we een ronde tafel waar de zesde stoel leeg blijft. Die lege stoel valt mij de hele avond op.
Mijn nicht is aanwezig zoals ze aanwezig kan zijn. Met haar grote lach en haar grote hart. Ze vertelt hoe ze met haar moeder grapjes maakt waar ze beiden ontzettend om moeten lachen, zoals de bestelling van een ‘duokist’. Ik lach mee en waag me ook aan een grapje. Maar toch, maar toch…
Ik ben blij dat ze zoveel humor hebben, zodat ze kunnen dragen wat er op het pad komt. Maar ik hoop ook dat ze de tranen kunnen delen. Dat is net zo nodig. Roerige tijden zullen het zijn. Voor hun helemaal. Die spanning, dat wachten, dat onzekere.
Ik kan niet anders dan bij ze zijn, in gedachten kan dat gelukkig zo vaak als ik wil en dat is vaak.