Mijn ochtendritueel is helder. Koffie en nieuws lezen op de Iphone, beetje Twitter, beetje Facebook. Klaar.
Vanmorgen word ik verrast door een column van Ebru Umar in de Metro. Ze haalt flink uit naar Sarah Izat, de politieagente die deze week een zaak bij de rechter won. Zij mag met hoofddoek om, binnen het bureau, haar werkzaamheden uitvoeren.
Hoofddoek maakt je geen agent, geen hoofddoek ook niet
Ik vond het eigenlijk wel een goede uitspraak. Eerlijk gezegd lijkt het mij fijn dat ondanks hoofddoeken, kruisjes, tatoeages en andere niet te verbergen uitingen van overtuigingen, de agent gewoon agent blijft. Dat ik weet dat mijn recht gewoon gehandhaafd wordt ondanks alles wat er onder het uniform gedragen wordt.
Ebru Umar denkt daar anders over. En dat uit ze in niet mis te verstane woorden.
‘Maar jij wint dit Sarah. Ik haat jou en jouw soort met alles wat ik in mij heb. Maar ik weet: wij doen dit zelf. Dank je wel, mannen en vrouwen in Den Haag. Dank je wel, mannen en vrouwen op het stadhuis.’
Heftig
Je zal Sarah zijn en dit lezen. Een zuster zou ze kunnen zijn. Ze wordt de les gelezen op een respectloze manier en ik houd er niet van. Ebru Umar durft veel en heeft dat ook wel bewezen. Daar heb ik respect voor maar niet voor deze manier van iemand neersabelen. Ebru Umar ziet de Islam bij Sarah als een cafetariamodel: quote ‘Ik vind dat als jij een kopvod op wilt hebben, je ook maar moet houden aan die andere eisen die jouw islam aan je stelt: thuiszitten, niet naar school, trouwen, onderdanig zijn, kinderen baren en al die dingen die jouw vrouw zijn definiëren volgens jouw islam’.
Woede
Je leest aan alles dat deze column in woede is geschreven. Oprechte woede, dat zal best. Ik ken Ebru niet persoonlijk, weet niet wat haar zo enorm drijft maar soms moet je even bedaren. Misschien ben ik naïef, ik kan me niet voorstellen dat deze Sarah Izat haar eigen kleine Islam-oorlog aan het voeren is als voorbereiding op een totale overname van het Nederland dat wij zo graag omarmen. Maar ik bid zonder hoofddoek dat het geen naïviteit is. Dat mijn oprechte geloof in medemensen waar blijkt te zijn.