Een mooie dag vonden wij, om erop uit te gaan. Dat dachten meer mensen. Voor de parkeergarage staat een lange rij wachtende auto’s. Wij moeten invoegen in de file van mensen die het wachten zat zijn.
Ik roem Vriendin vaak voor haar kordate manier van rijden. Waar ik maar niet tot een besluit kom en een half uur achter een of andere langzame slak blijf rijden is zij het type van hoppa. Goed kijken, richtingaanwijzer aan en gaan.
‘Hoppa’ dacht ze ook bij het invoegen in die file. In de auto waar we graag voor willen komen zitten vier meiden. Aan de manier waarop ze ons aankijken en lachen met elkaar zien we dat ze ons er niet tussen gaan laten. Ze steken nog net geen vinger op maar die vinger voelen we wel en die doet zeer.
Nog zo’n vinger
In de daarop volgende auto zitten ook vier meiden. We hebben pas later door dat beide auto’s bij elkaar horen en de meiden dit een geinig gedoetje vinden. Voor ons wordt achterom gekeken naar de auto die ons er ook niet tussen laat en man oh man, wat hebben ze een lol. Onderhand houden wij links, rechts en achter ons het verkeer op.
Vriendin is het zat en rijdt de auto naar voren. De meiden ook totdat beiden auto’s tot stilstand komen. In de spiegel zie ik hoe een potige dame haar deur opent en naar ons toe komt stormen. Ze trekt mijn portier open en begint te schreeuwen. Dat we schade hebben veroorzaakt en politie en getuigen en boos en onderhand lachen naar haar vriendinnen.
Niets gehoord en gezien
Wij hebben niets gemerkt van een aanrakingsmoment tussen de auto’s en ik blijf stoïcijns zitten. De file is nog groter geworden en oh, wat wil ik dat dit moment voorbij gaat. Ik stap uit de auto en zie inderdaad schade bij haar en bij ons. Geen ontkennen aan. Hoe ga je van heel groot naar heel klein zonder gezichtsverlies? Niet.
De brullende vrouw bedaart langzaam als ze ziet dat ik het boetekleed aantrek. Vriendin is stiller dan stil achter het stuur. We regelen wat administratieve dingen, geven elkaar een hand en stappen in. We mogen voor. Dat is fijn.
Zwijgend rijden we de parkeergarage in en ik laat Vriendin het kleine krasje zien. We huilen nog net niet. We proberen het van ons af te schudden deze middag maar het lukt niet echt. Het krasje op de auto is niet zo’n probleem (voor mij :-))
Ik merk dat het krasje aan ons ego ons de das omdoet. We wilden ons gelijk halen waar we het misschien ook wel hadden. ‘Ritsen’ is een mooi gebaar als je allemaal dezelfde kant op moet. Maar ‘ritsen’ is ook een vorm van beleefdheid, van een stilzwijgend gebaar dat wel door twee partijen tegelijk uitgevoerd moet worden.
Het moet slijten, deze les.