Gisteravond hadden we het gezellig. Bij elkaar met een praatje, een lach. Laat op de avond bespreken we de problemen van de wereld. Die grote wereld waar we ineens zo veel deel van uit maken. Ik trek me terug uit het gesprek, uit angst trek ik me terug, geen voeding wil ik geven aan de angst, omdat het niet helpt. Ik zou willen dat ik groter was.
We branden een kaarsje en denken nobele gedachten
we drinken wijn en toosten op ons leven
we schenken geld en onderbroeken
en bidden om rust en vrede
Kom in mijn hart maar kom niet in mijn huis.we lezen de verhalen en zuchten om de pijn
ik pak jouw hand maar ook jij kent vandaag geen woorden
die troosten, echt troosten waar het moet
waar zijn de grote geesten?
Kom in mijn hart maar kom niet in mijn huis.De vier muren van het huis trek ik dichter naar me toe
de gordijnen dicht, de zon is moe
en komt niet verder dan de huid.
Wat valt er nog te schijnen.
Kom in mijn hart maar kom niet in mijn huis.Zoveel te genieten voelt bijna als verraad
je mag wel binnenkomen maar alleen als je mij laat
kom niet aan geloof, aan de liefde, aan ons samen
ik zou willen schijnen, ik smeek je
kom in mijn hart maar kom niet in mijn huis.