Kneuzen in wachtkamer

rolstoelGisteren moest ik me melden bij wat later bleek, het inloopspreekuur van de verbandkamer in het ziekenhuis. Dus niet op de afgesproken tijd geholpen maar aansluiten bij de rest van de kneuzen. Volgens mij is er geen andere wachtkamer in een ziekenhuis, waar meteen duidelijk is waar iedereen voor aanwezig is. Been in gips, voet in gips, slechte heup, pols in band, pleister op knie, voet in rare schoen. Rolstoelen blokkeren de weg voor hen die toch al slecht ter been zijn. De wachtkamer is een linke plek om te verblijven met krukken die op de grond liggen, benen die niet gebogen kunnen worden en rolstoelen die niet bestuurd kunnen worden.

Een onsmakelijke man in wit onderhemd, vieze haren onder de oksel en een bezweet bovenlichaam, wordt met rolstoel door zijn vrouw in de wachtkamer geparkeerd. Hun kinderen worden aan tafel gezet. De aanblik van die man is geen medicijn tot snel herstel. Ik weet dat ook onsmakelijke types wel eens iets kneuzen of breken maar waarom vandaag? Ik had hem zomaar voor laten gaan.

De oudere vrouwen in rolstoel of met krukken maken allemaal de indruk dat ze hier voor hun laatste adem zitten. De treurigheid en zieligheid drupt nog net niet in tranen langs de rolstoelwielen. Onze ogen ontmoeten elkaar en ik hoor ze bijna denken: ‘vraag wat er met mij aan de hand is’. Maar dat doe je niet in een drukke wachtkamer.

Een vrouw die ons om beurten stoïcijns blijft aanstaren wordt naar binnen geroepen. Ze komt kreunend uit haar rolstoel omhoog en beveelt haar man om jas en vest mee te nemen naar binnen. Een kwartier later komen ze naar buiten. De vrouw zucht nog meer en kijkt met een blik van: ‘vraag het dan hoe het met me is’. Maar niemand vraag het. De man wil er eigenlijk ook over praten.
‘Daar ben je lekker mee’, zegt hij opbeurend tegen zijn vrouw. Hij kijkt de wachtkamer rond maar niemand die vraagt: waar ben je lekker mee?

Ik ook niet. Maar ik had het wel willen weten eigenlijk. Ze strompelen samen naar de lift maar ik word afgeleid door weer een ander echtpaar waarvan de vrouw tergend langzaam (heup? knie? rug?) naar binnen slakt.

Och, arme mannen.

 

 

Laat een reactie achter

Deel dit met jouw vrienden