Mijn zus is oma. Zelfs ik heb bij het horen van het woord ‘oma’ een beeld voor ogen dat geen recht doet aan mijn zus. Niets aan haar doet aan een oma denken. Ze is nog jong, ziet er goed uit, modieus, niet een oma uit de boeken.
Haar kleindochter zit op haar schoot. Drie jaar, een blonde krullenbol en helderblauwe ogen. Ze geniet zichtbaar van het knuffelen met haar oma. Ze wijst met haar handje ergens naar boven.
“Wat is dat oma?”
Mijn zus volgt de vinger en hoewel niet helemaal op de goede hoogte zegt ze: “bedoel je mijn borsten?”
“Nee”, zegt het kleintje en ze wijst hoger. Raakt even de hals aan van haar oma. Mijn zus zit wat ineengebogen en vermoedt met grote tegenzin wat de kleine bedoelt: de rimpelige huid net boven haar borsten.
“Dit zijn rimpeltjes”, zegt ze onwillig. “Dat krijgt iedereen als je ouder wordt”.
“En dat?”. Het meisje wijst nog iets hoger, waar de vellen om de nek veranderen in een kalkoenennekje, als je maar lang genoeg wacht dan.
Ooit heeft ze beloofd niets anders dan eerlijk te zijn tegen haar kleinkinderen.
“Dat,” zegt mijn zus, “zijn ook een soort rimpels, als jij ooit zo oud wordt als oma krijg je dat ook. Maar voorlopig niet hoor, eerst wordt je ouder, ga je misschien trouwen en krijg je kinderen. En als die dan weer kinderen krijgen, dan misschien…”
Haar kleinkind trekt een pruillip en wijst nogmaals naar de plek des onheils.
“Maar dat wil ik niet oma, dat wil ik echt niet.”
En dan je kleinkind nog kunnen knuffelen. Dat is pas liefde.
1 reactie
Dank je xxx